De Heppie Hardloper

Running is the answer.

Op de tweede dag van dit jaar ben ik door mijn rug gegaan. Dit was mijn allereerste keer dat dit gebeurde en het is een ervaring die ik liever nooit heb gehad. Ik wilde op die zondagmorgen mijn sokken aantrekken om een rondje te gaan hardlopen, maar in plaats van dat ik mijn sokken aantrok, trok er een enorme, helse pijn door mijn onderrug. Ik kon niets meer doen dan alleen maar jammerend klagen van deze narigheid. Voorzichtig liep ik naar de badkamer, waar het nogmaals in mijn rug schoot. Ik heb daar minutenlang met beide handen op de badrand staan kermen van de aanhoudende pijn in mijn rug. Nog nooit heb ik dit zo ernstig gehad. Voor mij zat er verder niets op dan te liggen en af en toe voorzichtig een wandeling te maken.

Zo heb ik een week lang plat op mijn rug gelegen, onderbroken door af en toe een wandelingetje. Deze ommetjes liep ik niet langer dan een half uur, want anders kwam mijn rug in opstand door middel van opkomende, zeurderige pijn. Na acht dagen op bed te hebben gelegen had ik er genoeg van. De pijn was inmiddels niet meer zo intens, en ik vond dat ik wel weer kon proberen om te gaan werken. Aangezien ik zittend werk heb (kantoorbaan, en dankzij de pandemie ook thuiswerk), ben ik halve dagen, alleen in de ochtend gaan werken. Dit ging wel lekker. Af en toe opstaan om heen en weer te lopen en in de middag rust (plat op mijn rug). Zo ging het alsmaar beter. De ene dag iets slechter dan de ander, maar uiteindelijk verbetering.

Nu, na vier weken van rustig aandoen ben ik vanmorgen weer voorzichtig gaan hardlopen. Een kleine afstand van vijf kilometer. Het ging goed en lekker. Ik had gedacht dat de vier weken rust mijn lijf enigszins roestig had gemaakt, maar dit bleek niet het geval. Wanneer ik volgende week weer begin met korte afstanden, kan ik langzaamaan weer de actieve hardloper van voorgaande jaren worden. Ik heb mezelf beloofd niet te hard van stapel te gaan, maar ik kan niet wachten tot ik volgend maand weer het normale aantal hardlooprondjes kan lopen.

Het is deze week tien jaar geleden dat ik voor het eerst een paar hardloopschoenen aantrok en heel voorzichtig, met behulp van een app, aan een nieuwe hobby, hardlopen, begon. Het was een hardlooprondje waarbij ik één minuut mocht hardlopen en daarna anderhalve minuut wandelen, om bij te komen. Dit herhaalde zich nog eens zeven keer waardoor ik nog net geen half uur bezig was met hardlopen/wandelen.

De eerste minuut hardlopen vond ik een beproeving en het leek een half uur te duren voordat ik weer kon gaan wandelen. Ik twijfelde aan het idee om hardlopen een leuke bezigheid te vinden. Dat moment wist ik nog niet hoe ik me ging voelen wanneer ik deze eerste sessie succesvol had afgelegd. Ik voelde me zielsblij dat ik negenentwintig minuten sportief bezig was geweest, en daar waarvan ik overgelukkig word, wil ik nog wel eens doordraven.

Ik kon dan -figuurlijk- ook niet wachten tot mijn tweede hardloopsessie, die twee dagen later weer van start ging. Wanneer ik het een en ander teruglees hier op mijn website, ging het niet altijd van een leien dakje. Als snel had ik last van pijn in de scheenbenen, maar toch ben ik blijven hardlopen (schijnbaar) en heeft het een paar weken geduurd tot ik trots kon melden dat ik ernaar uitkeek om twintig minuten achter elkaar te gaan hardlopen.

Na jaren van actief lopen, met hier en daar de verplichte rustmomenten in verband met lichte blessures, weet ik van dingen die ik anders nooit had geweten. Als ik al halverwege mijn eerste hardlooprondje in maart 2011 was gestopt, dan wist ik niet wat een runner’s high is. Daarbij had ik ook niet geweten dat het hardlopen best wat aardig blessures oplevert, en dat je daardoor oplettend wordt over hoe je hardloopt.

Ook wist ik voorheen niet dat hardlopers, net als motorrijders, elkaar groeten bij het passeren (oké, die paar zure mensen daargelaten) en dat niemand je zo bijstaat en aanmoedigt in het hardlopen als een mede-hardloper op sociale media. Ook wanneer je deze nog nooit in het echt hebt ontmoet. Hardlopers zijn vooral leuk en het hardlopen zelf is nog leuker. Ik zeg: Just do it.

Ondanks een lichte, maar herstellende blessure in mijn voet speelde ik van de week met de gedachte om nog deze maand een halve marathon te lopen. Waarom ik die drang had om ruim eenentwintig kilometer te gaan lopen, is me onduidelijk. Ik heb nooit last van de drang om aan te geven dat ik nog wel in staat ben tot iets. Soit. Ik wilde het gewoon graag, en aangezien dit de laatste week van januari 2021 is, moest de afstand nog dit weekend gelopen worden. Via de site van afstandmeten.nl had ik een aardige route uitgestippeld, die me richting het zuiden van de gemeente Almere, tot aan het Kathedralenbos liet lopen, en weer terug.

Vanmorgen was het zover. Ik was al wakker voordat de wekker mij om zeven uur moest wekken en dacht nog even of het wel slim was om een halve marathon te lopen. Ik had er niet voor getraind en voor mijn innerlijke rust moet ik recent een rondje met een lengte die in de buurt van eenentwintig kilometer hebben gelopen. Dit was nog niet gebeurd. Een twaalftal kilometers was wat het meest dicht in de buurt van een halve marathon kwam. Met de gedachte dat wanneer ik niet meer kon hardlopen, ik de rest van de kilometers wel kon wandelen, besloot ik vanmorgen toch de uitgestippelde route te gaan doen.

Om kwart over zeven sloot ik de voordeur achter me en begon met hardlopen. Het was nog donker dus de hardloopverlichting was om beide bovenarmen geschoven. Zo was ik toch op de donkere plaatsen zichtbaar voor die paar mensen die op dit tijdstip al op zijn. Ik besloot rustig aan te doen, ik had tenslotte nog voldoende afstand te gaan. De eerste kilometers brachten me langs en door Stedenwijk van Almere, via het Weerwater naar Almere-Haven. De stevige, koude oostenwind gaf me voldoende uitdaging om na 10 kilometer een strak tempo aan te houden. De hardloop-app gaf me bij iedere gelopen kilometer door dat ik er gemiddeld 05:04 minuten overdeed.

Na twaalf kilometer te hebben gelopen kwam ik in de buurt van het Kathedralenbos. Dit was het meest zuidelijke dat ik in de gemeente Almere heb hardgelopen. Tijd om weer richting huis te lopen. Door het Overvaartbos en langs de golfclub begonnen de pijntjes zich hier en daar te melden. Een zeurderig gekweel van mijn onderrug en natuurlijk de blessure in mijn voet. Bij zeventien kilometer kwam ik bij de Tuibrug over de Hoge Vaart en was ik weer op bekend gebied. In een stabiel tempo liep ik door richting het kasteel van Almere. Nog een paar kilometer te gaan en dan kon ik in een rustig wandeltempo naar huis lopen. Maar dat geldt niet wanneer je in Almere hardloopt.

Zoals gebruikelijk zijn er altijd werkzaamheden en/of projecten in Almere gaande. Er gaat hier geen dag voorbij of er is een straat, weg of pad dat openligt. Omleidingen behoren hier in de gemeente tot een gebod. Zo ook deze zaterdagochtend. Hier is het normaal dat een tweetal bruggen over de Lange Wetering afgesloten en verwijderd zijn. Bij negentien kilometer zag ik dat de Fongersbrug was afgesloten. Niets vind ik zo ontmoedigend om terug te lopen tijdens het hardlopen. Teleurgesteld liep ik terug om langs de Waterlandseweg rechtstreeks naar huis te hardlopen. Ik had geen zin meer om door een stukje bos of langs een kasteel te racen.

Na tweeëntwintig kilometer, bij de Perenboomweg in Parkwijk vond ik dat ik klaar was met het hardlooprondje en besloot de laatste kilometer naar huis te wandelen. Een bruine retriever liep onverschillig voorbij en de eigenaresse vroeg me belangstellend of ik een mooie tijd had gelopen. Dit moest ik bevestigen, want gemiddeld had ik die 05:04 minuten per kilometer aangehouden. Ze knikte tevreden en vertelde me dat het er mooi weer voor was. Ik kon dit niet ontkennen en met een brede grijns liep ik verder naar huis.

In een ver verleden, op 3 april 2010 om precies te zijn, een jaar voordat ik het idee had om mijn hardloopschoenen weer eens aan te trekken voor een zogenaamde reboot van mijn hardloop-carrière sinds een twintigtal jaren, schreef ik op mijn weblog het volgende: “Ergens diep, heel diep in mij, en ook nog eens heel goed verborgen, zit er best wel een sportief persoon in mij. Helaas is het zo dat het luie en schreeuwerig personage -met enig overgewicht- toch de overhand heeft. Futloos hangend op de bank en de enige beweging die ik er geniet zijn die van de vingertoppen die over mijn afstandsbediening gaan. Ergens is er een deel van mij die het heerlijk vindt om kilometers te hardlopen of een sportschool te bezoeken. Helaas komt dit personage niet al te vaak aan het woord. Zeg maar nooit.”

Het is nu geen geheim dat ik iets minder dan een jaar nadat ik bovenstaande opvatting heb gedeeld, ik heel langzaamaan de iets meer sportieve kant van mij naar voren liet komen. Ik moet toegeven dat mijn luie kant niet echt verdwenen is, want ik vind het ook heerlijk om op de bank te hangen met een goed boek in handen of een spannende film op televisie. Gelukkig blijk ik het talent te bezitten dat ik niet gemotiveerd hoef te worden om te gaan hardlopen. Een regenbui of een blessure houdt me niet tegen. In tegenstelling tot een bezoek aan de sportschool, dat ik als een hele onprettige onderneming ervaar. Ik trek mijn hardlooptenue aan, trek de deur achter me dicht, en gá.

Een hardlooprondje in betonstad Almere.